Meng alle ingrediënten behalve het water en de toerboter kort door (meelsoorten, xanthaangom, zout, geraspte boter). Voeg vervolgens het koude water toe en meng snel tot een samenhangend deeg. Is je deeg wat warm en plakkerig geworden? Verpak het dan in plastic, en leg in de koelkast tot gebruik.
Terwijl je deeg koelt, rol je de toerboter uit tot een vierkante plak. Dit doe je het beste tussen twee lagen stevig plastic. Knip bijvoorbeeld een stevig boterhamzakje open. Of gebruik het papier waar de boter in verpakt zit. De boterplak moet een beetje buigzaam zijn. Leg de boter nog even in de koelkast als deze te zacht is geworden.
Rol je deeg uit tot een rechthoekige lap die ruim twee keer zo groot is als de boterplak. Leg de boter op de deeglap en vouw het deeg daar omheen.
Rol dit deegpakketje voorzichtig uit tot een rechthoekige lap. Niet te hard op het deeg drukken, want je wilt dat de lagen egaal worden uitgerold. Veeg met een kwastje het overtollige meel van het deeg en vouw vervolgens in drieën op. Verpak je deeg in plastic en koel 30 minuten.
Nadat je deeg gekoeld is, draai je het deeg een kwartslag en rolt het nogmaals uit tot een lange lap. Vouw weer in drieën op zoals hierboven beschreven. Verpak het deeg in plastic en koel nogmaals 30 minuten.
Haal je deeg uit de koelkast. Draai je deeg een kwartslag en rol uit tot een lange lap en vouw weer in drieën op. Je bladerdeeg is nu klaar voor gebruik. Je kunt het meteen verwerken of bewaren voor later gebruik.
Om je bladerdeeg langer te bewaren kan je het invriezen. Rol je bladerdeeg uit en snijd in plakken die je met wat plastic ertussen opgestapeld in de vriezer legt.
Om meteen te verwerken rol je het bladerdeeg uit tot de gewenste dikte voor het recept waar je het in wilt gebruiken. Maak bijvoorbeeld eens glutenvrije tompoucen ;-)